Daken voor Armenië, project 2022
Op woensdagavond 14 september komen er allemaal verschillende mannen, en een paar vrouwen, de kelder in de kerk in Diever binnen. Allemaal met hetzelfde doel voor ogen: een reis naar Armenië. Het is een bijeenkomst voor de nieuwe groep. Vanavond is het moment om elkaar (voor het eerst) te ontmoeten, kennis te maken en informatie te delen over de reis naar Armenië.
Oene opent de avond. We worden welkom geheten en de planning van de avond wordt kort vertelt. Oene wil meteen het volgende meegeven: ‘Wij geven niet, wij delen uit. We delen uit van de rijkdom die wij hebben. Als je in Armenië bent geweest kun je beamen dat dat echt zo is.’
De liefde vliegt in het rond: er wordt gestart met speeddaten. De mensen die al eens mee zijn geweest worden gekoppeld aan de nieuwe leden. De vragen ‘Wie ben je?’ ‘Waarom ga je mee?’ en ‘Wat verwacht je van de reis?’ worden meegegeven om te beantwoorden.
Rodi gaat voor het eerst mee, hij volgt het project al jaren en gaat mee nadat hij met Oene over Daken voor Armenië heeft gesproken. Hij weet niet goed wat hij gaat meemaken, maar geeft aan dat hij verwacht te delen.
Ik spreek Freek. Freek gaat graag naar Armenië. Hij is er sinds het begin al bij, en heeft naar eigen zeggen heel wat vriendschappen opgebouwd in Armenië.
Het gezicht van Sietse glimt van openheid en enthousiasme. Ik vraag hem waarom hij graag daken maakt voor de mensen in Armenië. Hij geeft aan: ‘Als je bent geweest, dan weet je waar je het voor doet. Je ziet de mensen, het is heel persoonlijk.’
Er gaan zeventien mannen mee voor het werk op het dak, verdeeld in vier groepen. Elke groep heeft één voorman. Er gaan drie vrouwen mee op reis, voor het onderhouden van de contacten met de lokale bevolking en het zorgen voor eten en drinken voor de groep. Aan elk huis werken twee lokale werkers mee. Daarnaast gaat Sasun, ook wel Sas genoemd, mee. Een Armeen die al 25 jaar in Nederland woont. Hij zal fungeren als tolk. Sas spreekt vloeiend Nederlands en Armeens.
Sasun gaat mee omdat hij heel graag wat terug wil doen aan zijn eigen land. Een kans waar hij al heel lang van gedroomd heeft, en die eindelijk uitkomt, vertelt hij. De cultuur is hij na 25 jaar behoorlijk afgeleerd, en in Armenië wordt hij dan ook niet echt meer geaccepteerd. De cultuurverschillen zijn te groot. Dat gaat nu nadat hij er weer een aantal keren is geweest wel weer wat beter, gelukkig.
Sas vertelt dat Armenen niet geloven dat je hen voor niets helpt. ‘Er zitten mensen tussen die denken dat er een complottheorie achter zit, maar die moeten we maar laten denken wat ze denken. Wij weten dat we hen vanuit een goed hart helpen.’
In Armenië zijn ze al begonnen met het verbeteren van de huizen, vertelt Sietse. In opdracht van Daken voor Armenië is de lokale bevolking bezig een aantal verrotte kozijnen te vervangen. Op Nederlandse wijze (lees: waterdichte wijze) worden er nieuwe kozijnen geplaatst in een aantal huizen, die zorgen voor een betere afwatering. Deze zullen er dus al in zitten voordat de groep in Hartagyugh aankomt om met de daken aan de slag te gaan.
De indeling van de groepen is gemaakt. Het is duidelijk wie er aan welk huis gaat werken, en wie de voorman van de groep is. De voormannen zullen de meest gedetailleerde informatie krijgen over de werkzaamheden aan de huizen, en de groep aansturen.
Arnold en Sas spreken met elkaar. Arnold is een enthousiaste man. Zijn zoon Ferdy gaat ook mee, vertelt hij. Arnold is al jaren betrokken bij het project, via mensenkinderen.
Het gesprek gaat over Armenen, en het vertrouwen in anderen. Sas vertelt ons: ‘De Armenen zijn het vertrouwen in mensen kwijt geraakt. Ze zijn altijd onderdrukt geweest en in de steek gelaten.’
Arnold vraagt: ‘Hoe komt het toch dat ze geen geld hebben of uitgeven aan hun dagelijkse leefomstandigheden, maar als ze een bruiloft hebben… dan pakken ze groot uit! De vrouwen laten zelfs hun wenkbrauwen epileren, haren en make-up zijn tip top in orde en ze hebben hele mooie kleren aan..’
‘Ze leven voor een ander, niet voor henzelf,’ zegt Sas. ‘Status vinden ze belangrijk. Hoe een ander over hen denkt. De buitenkant is voor hen belangrijker dan de leefomstandigheden. Een groot cultuurverschil met Nederland.’
Sietse heeft het nog even over de actuele situatie in Armenië. De situatie verandert per dag. In het oosten is het reisadvies rood, aan de Armeens-Azerbeidzjaanse grens wordt gevochten. De daaraan grenzende provincies zijn oranje, die kun je ook maar beter vermijden. Maar het grootste deel van Armenië is geel, ook het gedeelte waar de groep van Daken voor Armenië zal aankomen en verblijven. Door zich goed voor te bereiden op de reis en de actuele gebeurtenissen te volgen, gaat de groep als God het wil veilig op reis in oktober.
Er wordt verteld hoeveel en welk gereedschap er mee gaat op reis; er is een lijstje met algemeen gemeenschap en een lijst met gereedschap per ploeg. De groep zal op de afstemdag (de woensdag voor vertrek) afstemmen welke merken gereedschap en accu’s er mee gaan, zodat ze zo efficiënt mogelijk kunnen inpakken en er zoveel mogelijk gereedschap mee kan naar Armenië.
Ook handschoenen en mondkapjes voor eventuele asbest gaan mee. Gezondheid boven alles. Er wordt een grap gemaakt: ‘Gaan er ook XL handschoenen mee voor de grote handen van Jan Eel?’ Aan gezelligheid geen gebrek in dit gezelschap! Dat belooft nog wat voor de reis zelf.
Op reis zal er ook geestelijke bagage mee gaan. Dagelijks zullen er korte overdenkingen plaatsvinden; deze worden om de beurt door de groepsleden verzorgt. Daarnaast is er een avond gepland waarop er inhoudelijk gesproken zal worden, en is er een geestelijke afsluiting van de reis.
De avond in de kelder in Diever wordt afgesloten met een vragenrondje, een oproep om zoveel mogelijk berichten op social media van Daken voor Armenië te delen en een groepsfoto. Op zondag 10 oktober is er in de kerk van Diever een uitzwaaidienst en op vrijdag 14 oktober zal de groep vertrekken naar Armenië.
Volg de reis via Facebook, ‘Daken voor Armenië’ of via de website:
Ook doneren wordt gewaardeerd! Het geld wordt 100% aan het project besteed.
Auteur: Arinda Meijer